FOTO'S |
Via de hoofdstad Heraklion en de bergen van het binnenland rijden we dwars over het eiland naar het zuiden. Het is een mooie route naar het zuiden, vooral heel bergachtig met toppen tot 2500 meter. Hoe zuidelijker we komen hoe groener het wordt. Er staan her en daar ook naaldbomen tussen de olijfbomen. We blijven ons verbazen hoeveel van deze mooie boompjes er op het eiland staan, je ziet ze altijd en overal. Nu schijnt het zo te zijn dat iedere inwoner van het eiland wel een paar boompjes bezit. Men gaat uit van zo’n 30 miljoen boompjes. Griekenland is na Italië en Spanje de derde grootste exporteur van olijfolie. Van de extra vierge olie is Griekenland de grootste exporteur met de beste kwaliteit olie. De kwaliteit van de extra vierge olijfolie komt door de lage zuurgraad van maximaal 1%, de olijf mag niet bewerkt zijn en de olie is troebel vergeleken met bewerkte oliën. Daar kun je dan mooi op letten als je olijfolie gaat kopen.
We rijden zaterdag eerst naar Matala aan de baai van Messara. Het is een schattig klein baaitje omgeven door mooi gekleurde krijtrotsen. Duizenden jaren geleden zijn er holen gegraven in deze rotsen. In de Romeinse tijd werden deze holen gebruikt als graftombes. In de 60 en 70-er jaren werden de holen als ‘woningen’ gebruikt door hippies. Het was tot die tijd een slaperig vissersdorpje. De hippies werden verjaagd, maar de hippie vibe hangt nog steeds in het dorp. Dit is dan ook meteen de aantrekkingskracht van het kleine plaatsje. Er zijn grappige cafeetjes en restaurants en er worden uiteraard veel hippie achtige souvenirs verkocht. Aangezien de holen de hoofd attractie zijn van het dorp, gaan we ze bezoeken. Na betaling van 4 euro pp mogen we op eigen risico de krijtrotsen op klauteren. De holen zijn gewoon toegankelijk, sommige hebben zelfs meerdere kamers, allemaal hebben ze een mooi uitzicht over het baaitje. Na wat geklauter hebben we het wel gezien en is het tijd voor een lunch. Dit doen we in een mini restaurantje waar een omaatje de boel streng de gaten houdt. Syl bestelt een Griekse salade en Pat een seafood spaghetti, het smaakt weer uitstekend. We banjeren nog wat door het dorp, maar hebben het snel gezien. Op naar Mirthios, nabij Plakias.
De route naar Plakias is best onstuimig met heel veel bochten, stijgen, dalen en kuilen. Doordat we vaak maar 50km mogen rijden kunnen we rustig om ons heen kijken. De Grieken houden zich nergens aan de snelheid, dus we worden continue ingehaald. Als we bijna aan de kust zijn rijden we door een hele smalle kloof, de Kotsifou Canyon. Als we de canyon bijna uit zijn zien we ineens een kerkje in de rots gebouwd. Daar stoppen we even om het te bekijken. De Saint Nicholas kerk heeft dezelfde kleur als de rots waar het tegenaan gebouwd is. Syl ziet dat er een hele grote sleutel in het slot zit, we kunnen dus naar binnen. Binnenin is het kleurrijk met mooie schilderingen, typisch voor het orthodoxe katholicisme, de rots wordt gebruikt als muur. Alles lijkt wel nieuw, blijkbaar is de boel net gerestaureerd. Via wat haarspeldbochten, langs de drooggevallen rivier rijden we de canyon uit naar Mirthios. Een piepklein plaatsje met 500 inwoners, 4 tavernes en geen supermarkt. Ons appartementje ligt aan de rand van het dorp met uitzicht over de baai van Plakias aan de Libische Zee. Het appartementje staat op 200 meter boven zee, dus het uitzicht is spectaculair. Niet alleen vanwege de baai, maar ook de bergen om ons heen met wederom belachelijk veel olijfbomen. Het waait hier echt keihard, het lijkt alsof het huisje een beetje beweegt, de wind giert over ons balkon en is duidelijk te horen in de afzuigkap. Als we naar de auto lopen voor een boodschapje waaien we al uit ons hemd. We wandelen na het boodschapje naar de dichtstbijzijnde taverne. Als we om een tafeltje vragen hebben we de keuze uit een tafel in de wind, of een andere tafel in de wind. Als we zeggen dat we dat liever niet willen, worden we direct aan het raam gezet waarna ze het raam dichtschuiven. We hebben geen wind en wel uitzicht over de baai. De kaart is vrij uitgebreid, maar we moeten ook even de keuken in lopen?! De keuken in lopen? Ja dan kun je even in de pannen kijken of er iets voor je bij zit! Dat hebben we alleen meegemaakt in van die buffet restaurants. Er wordt ons haarfijn uitgelegd wat er allemaal in de pannen zit. Van vegetarisch tot geit en suddervlees, het zijn wel 10 pannen waar we in loeren. We maken een keuze en even later wordt alles netjes aan tafel geserveerd, een hele leuke manier om eten te bestellen vinden we. Het smaakt ook nog eens uitstekend, het wordt misschien een beetje saai, maar al het eten hier is bijzonder smaakvol. Vanaf onze tafel hebben we ook nog eens uitzicht op de sunset. Na het eten krijgen we zoals gebruikelijk een kannetje raki met wat zoetigheden, een heerlijke combinatie om het diner af te sluiten. Syl heeft nog wat wijn over, Pat vraagt of we et kannetje mee mogen nemen. Naar huis? wordt er gevraagd. Ja, naar de overkant van de weg daar is ons appartementje. O, ja hoor dat is goed. Vriendelijke toch!
Zondag ochtend na het ontbijt brengen we de lege karaf terug. Daarna rijden we naar de Kourtaliotiko kloof, nog een smalle kloof hier in de buurt. Vanaf de parkeerplaats wandelen we in 20 minuten naar beneden, naar de rivier in de kloof. Het is een mooie wandeling langs een steile bergwand. Onderin bij de rivier bekijken we een deel van de smalle canyon. Het zou best mooi kunnen zijn, ware het niet dat er allerlei leidingen lopen en er ook veel vuil ligt. We hebben niet veel zin om verder te kloof in te gaan. Terug bij de Panda sturen we het autootje een mooie vallei in met heel veel olijvenbomen, we gaan richting Preveli klooster. Wederom over een mooie bochtige weg met hele verre uitzichten over de bergen en zee. Het is een mooi klooster om even vluchtig te bekijken. Er lopen opvallend veel katjes rond, zoals op alle plekken waar we komen. Hier worden de diertjes netjes gevoerd zodat ze er gezond uit zien.
We rijden via dezelfde weg terug om te gaan lunchen in Plakias, het kleine vissersdorp waarover we uitzicht hebben vanuit ons huisje. Ook hier weer een leuk baaitje met een krijtrots wand. Bij een willekeurig restaurantje bestellen we calamari en gevulde tomaat. Het smaakt prima, maar deze keer net iets minder. Uiteraard krijgen we weer raki, deze keer met een stuk meloen. De eigenaar ziet ons de raki drinken en komt ons trots vertellen dat hij het zelf heeft gemaakt. Hij heeft alleen druiven gebruikt, verder geen toevoegingen. Zelf hadden we al iets van fruit geproefd, dus dat klopt aardig. 2 minuten later staat hij weer aan tafel, met een nieuw flesje en ook een glaasje voor zichzelf. Hij wil even proosten met deze enthousiaste toeristen, wij zeggen geen nee, maar moeten nog wel terug de berg oprijden. De berg oprijden lukt prima, we vinden ook dat we wel een middagje rust hebben verdient.
's avonds is het weer mezes en raki. Wat ons opvalt is dat de meeste mensen alle gerechtjes delen aan tafel. Zo anders als in Nederland waar ieder een eigen portie besteld. Het is dan bijna onbeleefd om wat van iemand anders bord te pakken, leuk die culturele verschillen. Nog zo'n cultureel verschil is het groeten tijdens een wandeling. Als je in de Alpen iemand vergeet te groeten komen ze met een hooivork achter je aan om je het land uit te jagen. Hier schrikken mensen zich een hoedje als je ineens 'hallo' zegt tijdens een wandeling, het levert komische taferelen op.
Doei
FOTO'S | KAART |
Reacties mogelijk gemaakt door CComment