Texas
Azoren
Roadtrip Amerika
Londen
IJsland
Zuid Amerika
Japan
Wereldreis 2009
Bosnië en Herzegovina
Onze foto's
Oostenrijk
Een mooi en kaal stuk zuid Bolivia
Een mooi en kaal stuk zuid Bolivia
 

Gelukkig is de staking voorbij, tenminste we merken er niets van als we vrijdag met de bus Potosi verlaten. De 3,5 uur durende busrit is qua uitzicht werkelijk prachtig. De beschrijving van wat we onderweg hebben gezien bewaren we even voor verderop. Vrijdag middag komen we in het plaatsje Uyuni aan. We hoeven maar 2 blokken te lopen voor een warm onthaal in het eerder geboekte hotel. We krijgen een kamer op de eerste verdieping, zonder ramen. Dit is vanwege het koude seizoen, het is echt heel erg fris hier. Er is zelfs een elektrische kachel nodig in onze kamer.

Ons bezoek aan Uyuni is alleen nodig om een tour te boeken en als start van de tour te gebruiken. In het plaatsje zelf is weinig te beleven. Er zijn zo'n 20 restaurants, waarvan elke claimt Italiaanse pizza's te serveren (echt waar). Onze tijd wordt nuttig besteed met het vergelijken van tour buro's. We willen niet met een hele groep 4 dagen in een auto zitten, dus besluiten we een prive tour te boeken. Dat betekent 4 dagen in een auto met chauffeur en Engels sprekende gids. Het kost een behoorlijke klap geld, maar we zijn tevreden. Het hoogtepunt van Uyuni is het trein kerkhof, dus besluiten we hier naartoe te wandelen. Het is maar 7 km op en neer, maar als we terug zijn, merken we wel dat we op 3600 meter zijn. We zijn er behoorlijk moe van geworden. Het kerkhof was overigens erg leuk om te zien. Er ligt zo'n 300 meter aan roestend staal in de vorm van wagonnen en locomotieven. Er klimmen veel toeristen op en in de locomotieven, wij zijn zoals altijd braaf en bekijken de boel van de buitenkant. Dit levert trouwens een paar mooie foto's op.

Zondag is de dag dat we om 9 uur bij het tour buro staan we te popelen om op pad te gaan. We maken kennis met David de chauffeur en Luiz de gids en beginnen meteen aan een 400 km lange tocht naar het zuidelijkste puntje van Bolivia. De eerste 2 dagen rijden we door Sud Lipez op de Altiplano tussen de 3600 en 5000 meter hoogte. De Altiplano is een enorme grote hoogvlakte. Deze hoogvlakte wordt gesierd door talloze vulkanen, woestijnen en meren. De eerste stop die we maken is in het plaatsje San Christobal, een zilvermijn stadje. Het is meteen de eerste WC stop. Hier is normaal op zondag een mooie kerk te bekijken, maar niet vandaag. Een paar uur later rijden we een rotsachtig gebied in, Rock Valley. Dit is de plaats waar we lunchen tussen vreemd uitziende rotsen. Met een beetje verbeelding is in elke rots wel een figuur te zien, zoals een papegaai, Homer Simson of buddha. Terwijl wij wat hebben rondgewandeld in het gebied hebben Luiz en Dave een gezellige lunch tafel opgezet op een stenen tafel met stenen rotsjes als stoelen er omheen.

Inmiddels zijn we 200 km onderweg en hebben behoorlijk wat lama's, Vicuna's en andes ganzen gezien. Verder wordt hier de zogenaamde 'super food' quinoa verbouwd. Dit zijn zaden die door een stel handige marketeers in Nederland aan een groep naïevelingen wordt verkocht. Zelfs AH verkoopt het. Er is natuurlijk niets nieuws aan en het is al helemaal geen super food. De route loopt langs een aantal meren waarop zout of ijs lijkt te liggen. De witte laag die we zien is echter borax. Dit blijkt een mineraal waaruit oa brillenglazen en kunstmest wordt gemaakt. We hebben er geen verstand van, maar vinden het wel een raar verhaal. We gaan nog wel eens opzoeken wat borax nu echt is. Het laatste stuk naar het zuiden gaat door een nationaal park. Midden in niets staat er ineens een slagboom met een piepklein gebouwtje. Voor het gebouwtje staat een buro met 2 stoelen. Op het buro liggen wat papieren en een stempel. We moeten hier een entree bewijs voor het park kopen. Pat wordt op een stoel gezet om een formulier in te vullen en geld te betalen. Na het invullen krijgen we een mooie stempel en er wordt ons op het hart gedrukt dit belangrijke formulier goed te bewaren! Vanaf deze hoogte ligt trouwens behoorlijk wat sneeuw. Geen dik pak, maar toch zijn de bergen om ons heen en soms zelfs de weg bedekt met een laagje, een mooi gezicht. Veel van de meren waar we langs rijden zijn ook nog eens half bevroren. Maar bij Polkies lagoon zien we stoom opstijgen. Hier zijn hot springs, vulkanische activiteiten dus. Het water is er 37 graden, een gedeelte is te gebruiken om in te baden. Zo'n half bevroren meer tussen de besneeuwde toppen is een prachtig gezicht. Vooral omdat er op bepaalde plekken stoom opstijgt en er vogels in zwemmen.

Een bochtje verder ligt 'Dali desert'. Als we het zien herkennen we het meteen uit een schilderij van Dali. Het is een vlak stuk woestijn dat ligt omhoog helt. Op de vlakke helling staan spontaan wat vreemd uitziende rotsen. We kunnen ons niet herinneringen in welk schilderij het voorkomt. Maar het is vast een van de absurdistische schilderijen van de man. Helemaal in het zuiden van het park komen we bij Green lake, ernaast ligt White lake. Deze 2 meren liggen onder 2 vulkanen, precies op de grens met Chili. Ook deze meren liggen er weer prachtig bij. Het is moeilijk uit te leggen hoe deze omgeving eruit ziet, misschien is het juiste woord 'desolaat'. De wind waait hier behoorlijk,op 4200 meter waardoor het echt heel erg koud is. Het hostel waar we overnachten ligt aan de rand van een van de meren. We zijn nog net op tijd om de zon achter de vulkanen zien te verdwijnen, het is al snel donker en het wordt nog kouder. In het hostel is geen verwarming of isolering, het voelt binnen net zo koud als buiten. We zijn genoodzaakt om al onze kleren aan te trekken, dat komt neer op 6 of 7 lagen. Luiz probeert nog wel een vuurtje in een kachel te stoken, maar de ruimte is veel te groot om deze te verwarmen, we gaan dan maar om de kachel heen zitten. Wat later komt een lokale mevrouw ons eten koken. Tijdens het eten warmen we iets op en gaan daarna meteen naar bed. Ondanks de 5 dekens duurt het nog een uur voordat we een beetje warm worden. In de loop van de nacht hebben we het toch lekker warm. We hebben dan ook al onze kleren aan en muts op.

Maandag is de 2 dag van onze 4 daagse sightseeing tour. Het hostel heeft geen stromend water en de generator staat uit, dus we moeten in het donker en in de kou onze kleding wisselen. Op dit vroege tijdstip zien we wel de zonsopgang, de zon komt vanachter de vulkanen op. Het is nog steeds veel te koud voor verwende Nederlanders, we dragen tot we om half 8 in de auto zitten bijna al onze kleren. Er staat vandaag weer een rit van 400 km op het programma met veel stops. De eerste 40 km rijden we terug langs de Dali woestijn en de hot springs. Al snel slaan we af en komen we in een geiser gebied terecht. Het lijkt een kleine versie van Yellowstone met spuitende geisers, smerige dampen en mudpools. Het verschil met Yellowstone is dat we er nu gewoon langs en door kunnen wandelen. De geisers bevinden zich op bijna 5000 meter hoogte, een nieuw hoogte record voor ons. Een ander hoogte record is dat Syl op 4600 meter 'in the wild' heeft geplast ;-) Een van de geisers is aangeboord door een energie maatschappij. Hier kunnen we een beetje mee spelen door er doorheen te springen enzo, dit zou in Amerika nooit kunnen.

De volgende stop op de route is de red lagoon, een meer dat rood gekleurd is door een algensoort die hierin leeft. In de lagoon leven flamingo's die van de algen leven en mooi roze van kleur zijn. Deze lagoon zal in de winter nooit helemaal bevriezen wegens de warme bronnen die langs de zijkanten van het meer liggen. De flamingo's hebben dus een lekker warm plekje gevonden. We stappen weer in en rijden door de droge kale rotswoestijn naar Arbol of piedra, een steen in de vorm van een boomstam, zo uitgesleten door de wind. De temperatuur wordt overigens ondertussen wat aangenamer, we kunnen 1 laag kleding uittrekken. De woestijntocht gaat verder door zeer droog gebied. Het is wonderlijk te zien hoe snel hier de uitzichten te veranderen. Van gortdroog naar met groene struiken begroeide heuvels. De uitzichten zijn over het algemeen zeer wijds, mede doordat we tientallen kilometers door zeer vlak landschap rijden met om ons heen bergpieken tot wel 6000 meter hoog. Doordat het zo vlak is, lijkt het alsof de pieken pardoes uit de bodem zijn verrezen. Onderweg komen we fietsers en motorrijders tegen. Deze mensen laten zich niet tegenhouden door de soms zeer slechte wegen. Sommige wegen bestaan voor een groot gedeelte uit grote stukke steen waar de auto zelfs moeite mee heeft. Als we een motorrijder spreken geeft hij ook wel toe af en toe om te kukelen. Niet alle wegen zijn slecht, er zitten stukken bij die net zo glad zijn als onze snelwegen, maar dan zonder asfalt. Onze chauffeur David doet goed z'n best om ons tijdens alle omstandigheden een comfortabele rit te geven. Heel af en toe komen we een andere 4x4 auto met toeristen tegen. In sommige zitten wel 7 toeristen met een chauffeur. We zijn zo blij dat we wat extra hebben betaald zodat we een auto voor z'n tweetjes hebben. De route die wij volgen is de omgekeerde route die andere auto's volgen, hierdoor zijn we bijna overal als eerst en vaak helemaal alleen, ook dat was een goede keuze.

We rijden een canyon in waar we eerst planten bekijken van meters groot die zijn vermomt als rotsen. Eerst hadden we het idee dat de rotsen begroeit waren met mos, maar het zijn planten. De planten zijn fel groen en kleven tegen de rotsen. Het hout van de planten is zeer compact en brand lang in een haardvuur. De lunch wordt voor ons opgesteld in dezelfde canyon. Hier worden we van een aantal kanten aangestaard door een paar muisachtige konijnen. Deze dieren lijken op konijnen, iets groter en met een lange staart. Er komen er 2 naar ons toe en ze eten zelfs uit de hand, gek. Na de lunch rijden we verder langs een aantal lagunes waar we zowaar een vos van dichtbij tegenkomen en aan de waterkant 2 adelaars zitten. De meren, of lagunes die we aandoen zijn Honda en Hedlonda. In de laatste lopen weer wat flamingo's rond. De uitzichten bij de meren zijn telkens anders en van een groot 'wow' gehalte. De lange route voert ons verder langs veel lama's en vicunas, nog meer vulkanen en meren. Aan de grens met Chili genieten we van het uitzicht op de actieve vulkaan Ollague, met z'n 2 kraters. We hoeven niet bang te zijn, want de werkende krater bevindt zich aan de Chileense zijde ;-) Bij het uitzichtpunt ligt een grote lavatuin waar mooie lavarots formaties zijn ontstaan, hier wandelen we een tijdje door en overheen. Aan het einde van de dag komen we bij Salar de Chiguana aan, de eerste grote zoutvlakte. We raken meteen in de war van de luchtspiegelingen. Dit is onwaarschijnlijk om te zien, zo is een hele bergrug er wel, zo issie weer weg. Je kunt hier duidelijk niet zomaar op je ogen vertrouwen. Die spiegelingen zullen iets te maken hebben met de spierwitte vlakte, de strakblauwe lucht en omdat we zelf ook op de vlakte rijden. We moeten nog eens uitzoeken hoe dat zit met die fata morgana's. Door de zoutvlakte loopt een kaarsrechte spoorlijn waar onze gids annex fotograaf ons allerlei kunstjes laat doen om mooie foto's te mee te maken, we doen braaf wat hij vraagt. Deze zoutvlakte is omgeven door maar liefst 4 vulkanen en wij staan er middenin, toch wel een beetje raar. Via het dorpje San Juan komen we aan bij ons hostel, nog net op tijd voor een mooie oranje sunset. Dit hostel is gebouwd met zoutblokken. Vrijwel alles is met zout gemaakt, tot het bed aan toe. Gelukkig is het iets warmer dan gisteren, maar toch koud genoeg voor heel wat laagjes kleding. Voordat er een grote groep andere toeristen binnenkomt kunnen we warm douchen, daar knapt een mens van op. Het eten is er zoals altijd in Bolivia weer uitstekend, we dineren aan een tafel gemaakt van zout.

Morgen gaan we de grote zoutvlakte op!

Doewie