Texas
Azoren
Roadtrip Amerika
Londen
IJsland
Zuid Amerika
Japan
Wereldreis 2009
Bosnië en Herzegovina
Onze foto's
Oostenrijk
Dames met hoeden tegen de zon in Vallegrande
Dames met hoeden tegen de zon in Vallegrande
 

Op donderdag 21 mei gaan we na de lunch beginnen aan de geschiedenis van Ernesto "Che" Guevara. Dat doen we door aan het museum van Vallegrande een bezoek te brengen. In dit museum, dat naast de grootste plaza van de stad ligt, wordt vooral veel verteld over de laatste maanden en weken voordat hij gevangen werd genomen in een plaatsje vlakbij Vallegrande. Na het museum rijden we door naar het mausoleum van Che. Dat vlak buiten het centrum van de stad is gebouwd nadat de stoffelijke resten van Che en zijn companen gevonden zijn in de buurt. Het was blijkbaar jarenlang onbekend op welke plek hij precies begraven was, hij lag op een ongemarkeerde plaats. In de jaren 90 zijn er diverse pogingen gedaan om stoffelijke resten van Che te vinden. Uiteindelijk is een Cubaanse zoektocht succesvol geweest.

De stoffelijke resten zijn meengenomen naar Cuba, de Cubanen hebben wel voor Che het mausoleum gebouwd in Vallegrande. Nadat we deze mooie herdenkingsplaats hebben verlaten gaan we naar de begraafplaats van de companen van Che die ook in de buurt van Vallegrande zijn gestorven. De groep rondom Che was niet meer groot, hij had nog maar 20 mannen en 1 vrouw bij zich die in de loop van hun reis (of vlucht) door dit gebied 1 voor 1 zijn gedood door het Boliviaanse leger. Vandaag de dag zien Bolivianen Che als een soort held en is er grote bereidheid zijn geschiedenis levend te houden.

We lopen nog even over de markt in Vallegrande, kopen voor 0,75 € een zaklampje en zien nog even het ziekenhuis waar Che opgebaard is geweest en waar ie definitief geïdentificeerd is. Even later zitten we weer in de auto om de Ruta de Che te rijden. Deze eindigt in La Higuera, waar ook onze tocht van vandaag eindigt. Op de onverharde, bochtige bergwegen van Bolivia kun je niet zo hard rijden, dat geeft ons de tijd om te genieten van de omgeving. Een omgeving die bestaat uit bergen van rond de 2.500 meter, wat een goede plek blijkt te zijn om condors te spotten. Er vliegt er een vlak over onze auto heen en even later zien we ze vanuit de verte nog een x vliegen. We rijden een paar uur over de stoffige wegen en blijven steeds zo rond de 2000 meter, wat ons constant een mooi uitzicht geeft op het ons omringende gebied. We komen langs boerderijtjes, koeien, ezels, paarden, maisvelden, graanvelden en waterreservoirs. We rijden ook door een aantal kleine dorpen, waar stevast een schooltje staat. In de dorpen is vaak de toegangsweg en de hoofdweg verhard, al het andere is onverhard en dus stoffig. Als de zon lager staat zien we de bergen blauw kleuren om vervolgens over te gaan in het gouden kwartiertje. We zien een schitterende zonsondergang en rijden een half uur later ons hotel in La Higuera binnen.

La Higuera ligt om 2000 meter hoogte, een goed begin dus van onze hoogte stage. We slapen in rustieke, simpele kamers en eten in het gebouw waar vroeger de telegraafpost was. Van hieruit werd bekend gemaakt dat Che gevangen was genomen. De order tot executie is via deze telegraafpost aan de soldaten gecommuniceerd. De Francaise die het hotel runt schotelt ons een heerlijke maaltijd voor en nadat we nog wat gedronken hebben en van de sterren hebben genoten gaan we op tijd naar bed. Het enige nadeel aan dit ondekomen is de gezamenlijke wc/douche ruimte waarvoor door de buitenlucht moeten lopen. Das best koud 's nachts! Aangezien we hier in the middle of nowhere zitten is het wel erg stil en horen we alleen de geluiden van dieren en diertjes die rondscharrelen.

We staan op tijd op en na een stevig ontbijt lopen we naar de plek waar Che gevangen is genomen. Dit is bij een riviertje en om er te komen lopen we zo'n 40 minuten steil bergafwaarts. We lopen op een nauwelijks zichtbaar pad, het is maar goed dat Javier een machette bij zich heeft, deze wordt daadwerkelijk gebruikt! De wandeling gaat door maisvelden en bloemen velden, over een watervalletje en omgevallen bomen. Af en toe glibberen en glijden we naar beneden, dat belooft wat voor de terugweg....

We kijken even rond op de bewuste plek, drinken water en Joke krijgt een op maat gemaakte wandelstok van Javier. Gewoon ter plekke uit een bamboe stengel gefabriceerd. Al zwetend wandelen we weer omhoog, ondanks dat het vroeg is is het toch al behoorlijk warm maar als we een kolibrie zien is alles weer vergeten!

We hebben een koud drankje verdiend en drinken dit bij de lokale t-shirt winkel annex restaurant annex hotelletje. Syl koopt een leren armband, Pat slaat het t-shirt over, ze zijn er niet in zijn maat. We lopen naar het schoolgebouw waar de Che zijn laatste uren heeft doorgebracht en waar hij vervolgens is geëxecuteerd. Het is een soort bedevaartsplaats geworden voor Che aanhangers, er hangen veel briefjes, vaak met foto en volledige naam. Bijzonder dat mensen dat doen.... Hij wilde tenslotte zijn denkbeelden via een geweldadige machtswisseling aan de mensen opleggen. Vind ik niet erg sociaal. Voor het schooltje is een plein met maar liefst vier standbeelden van Che waaronder de bekendste buste van zo'n drie meter hoog. We lunchen nog een keer bij onze Francaise en stappen vervolgens in de auto voor de afdaling naar de Rio Grande. Van boven zien we de Rio Grande al glinsteren, toch is het nog 2 uur rijden over de onverharde stoffige weg. We stoppen voor een mooi uitzicht over de rivier en spotten ter plekke nog wat condors. Als we beneden zijn zien we pas hoe breed deze rivier is, of eigenlijk zou kunnen zijn. Het is het droge seizoen, dus erg veel water staat er niet in, maar aan het eind van het regen seizoen zal dit een en al water zijn. Over de rivier is niet lang geleden een hangbrug gemaakt, eerder moest men 24 uur omrijden! Het is overigens bloedheet nu we beneden zijn, de parkieten die we in een boom zien weten dat ook en hebben de schaduw opgezocht. De tocht gaat een heel stuk op hoogte langs de rivier verder. De berg waar we op rijden is erg droog waardoor er veel cactussen en zelfs een soort baobab bomen groeien. Niet zo groot als in Afrika, maar we zien zeker de gelijkenis. Als we een paar bergjes over zijn komen we weer in een heel ander landschap. Hier is een gebied prachtig groen en wordt benut door vele boertjes. Alle boerderijtjes doen hier hetzelfde lijkt het, koeien houden en gewassen groeien. Het ziet er zeer pittoresk uit. De boerderijtjes lijken mini nederzettingen door de grote stenen die zijn gebruikt en de stenen muurtjes eromheen. Direct aan de boerderijen is een stukje land afgezet voor de koeien. Verderop is vaak eem kraal gemaakt middels een stenen muurtje, hier staat wat vee in. De boerderijtjes zorgen voor hun eigen water door op een hoger gelegen gebied een waterbekken te hebben. De elektriciteit en het gas krijgen ze inmiddels via de overheid aangeleverd. Die gasleidingen zijn ook een bijzonder gezicht. Ze lopen vaak recht over de bergen heen, onder wegen door, als een slang zichtbaar op grote afstand.

Weer een stuk verder rijden we langs een andere rivier waar aan de rechterkant een heel stuk oerwoud onaangetast is gelaten. Tegenwoordig komen er helemaal geen mensen meer zodat de natuur z'n gang kan gaan. Rond 6 uur komen we bij ons hotel in Villa Serrano aan, dit ligt op 2200 meter. Door alle stof en warmte onderweg en omdat we het gewoon lekker vinden kopen we 4 blikjes bier in het dichtsbijzijnde winkeltje. We betalen 40 Bolivianos, dit komt neer op €1,25 per biertje, heeeulll duur. Javier neemt ons mee naar een lokaal restaurant waar we kip/rund met patat en rijst krijgen, er zit ook wat sla bij. Na dit eenvoudige diner kopen we wat wijn en bier en zitten we samen met Paul, Joke en Javier nog even in de ontbijtzaal wat te kletsen.

Zaterdag ochtend wandelen we kalmpjes door Villa Serrano en valt het ons op hoe druk het is. Mensen openen hun winkeltje, anderen zijn onderweg naar allerlei bestemmingen. Moto taxies worden gestart, kippen gaan mee, taxies komen op gang, het hele dorp ontwaakt terwijl wij er bij zijn, een mooi gezicht. Het museum dat op het programma staat is niet open, maar als we aankloppen bij een charango bouwer worden we wel binnen gelaten. Een charango is een klein lokaal instrument lijkend op een gitaar, maar dan met 10 snaren en acht hoeken. De meneer laat charango's zien die hij aan het bouwen is en bespeelt er een paar. De meneer woont in zijn werkplaats, zijn werkbank staat letterlijk naast zijn bed en keuken, apart. Als we terug lopen naar de auto zien we een slager haar net geslachte varken in stukken zagen met een lintzaag, buiten staat een hond geduldig te wachten.

We gaan weer rijden, in een overigens prima en ruime Nissan. Onderweg zien we pardoes acht condors vliegen, wauw! Die zijn echt groot! We zien de witte kraag en de witte bovenkant van de vleugels weerspiegelen in de zon als ze bochten maken. Er is volgens de geiten hoedster die voorbij komt gisteren (ofzo) een geit door een poema gepakt, het karkas wordt nu volledig leeggevreten door aaseters zoals conders. In het plaatsje Mareno is de geplande attractie (de kerk) dicht. Maar er is wel een mini markt aan de gang waar we overheen slenteren. Pat maakt intussen een nieuwe vrind en ze gaan samen op de foto. De mensen zijn hier trouwens erg klein, anders klein dan bv in Azië. Heel kort vooral, Pat kan sowieso overal bovenuit kijken, en Syl is vaak ook groter dan de mannen. Is weer eens wat anders voor d'r, hihi. Vanaf het dorp Mareno is de weg naar Sucre geasfalteerd, dat rijdt een stuk minder hobbelig en veel sneller. We stoppen onderweg voor een simpele lunch bestaande uit rijst, kip en gekookte aardappel. Smaakt wederom prima. De Bolivianen kunnen simpel eten zeer smaakvol klaarmaken, zo zijn de soepen die we hier krijgen altijd lekker en de salteñas (soort empanadas) zijn super! Na het eten gaan we op weg naar de CalleCalle, een berg van 3200 meter waarvandaan we een indrukwekkend uitzicht over de omgeving hebben. De weg erheen is zeer hobbelig, gaat langs diepe afgronden en duurt bijna een uur. Eenmaal boven krijgen we ruim de gelegenheid om van het uitzicht te genieten. Hoe langer we hier rondlopen hoe meer kleine bloemetjes en vetplantje we zien én fotograferen. Op 3200 meter gaat het lopen trouwens niet zo snel, we moeten ff wennen aan de ijlere lucht. Maar dit is alvast een goede hoogtetraining voor als we over een paar dagen naar Potosí gaan, dat ligt op 4000 meter.... Op de terugweg rijden vlak onder top door een verbazingwekkend groene oase met een soort pancake rotsen, unieke cactussen en mossen die aan de rotsen hangen als oude mannen baarden. Het is een micro klimaatje dat hier is omdat er vaak, juist op dit deel van de berg, een wolk of nevel blijft hangen. Het is zeer verrassend om dit te zien. Op de terugweg naar beneden komen we langs een dametje met een typische klederdracht en slinger in haar hand. We stoppen even om te vragen wat ze aan het doen is, ze blijkt de kudde koeien aan het hoeden te zijn door af en toe een steen te slingeren. Op die manier kon ze de koeien vanaf grote afstand de juiste kant op laten gaan. Daarnaast vertelde ze ons dat er gewerkt wordt aan een groter waterreservoir voor haar dorp zodat de opbrengst van de oogst wat hoger is. De weg, of beter, het pad waarop we rijden is bij tijd en wijlen heel smal met naast een een behoorlijke afgrond. Dit is duidelijk geen weg voor angsthazen. Javier grapt dat dit de bekende doden weg is. Natuurlijk is dat niet zo, deze 'gevaarlijkste weg ter wereld' is wel in Bolivia overigens.

Eenmaal terug op de verharde weg gaat het gas erop, dat betekent dat we met een vaartje van gemiddeld 60 km per uur vorderen. Zelfs de geasfalteerde wegen hier gaan een stuk langzamer dan bij ons. Geeft niet, hebben wij meer tijd om om ons heen te kijken. We zien onderweg een aantal inheemse indianen die met een soort van helm en heel kleurrijke kleding aan lopen. Ze hebben donker groene lippen van het kauwen van coca bladeren. Na 2 uur rijden komen we aan in Sucre. We rijden de stad van bovenaf in en zijn onder de indruk van de witte binnenstad die ons letterlijk tegemoet schittert.

Javier rijdt in een rechte lijn naar ons hotel en we nemen afscheid van deze zeer sympatieke gids en onze relaxte reisgenoten. We checken in en worden naar onze kamer geleid. Deze is zeer mooi maar heeft geen raam naar buiten, wel naar de overdekte binnenplaats maar het is to h zeer donker in ons huisje. We vragen of er een kamer met een raam is maar dit blijkt niet zo te zijn dus lopen we naar een ander hotel, dat vooraf via booking niet beschikbaar was om te vragen of ze nog een kamer hebben. Dat blijkt zo te zijn en we verkassen op zondagochtend naar dit boutique hotel. Ok het is iets te duur maar als we verder niet te veel geld uitgeven kan het net, hahahaha!

Over onze belevenissen in Sucre zullen we in het volgende verhaal vertellen!