Texas
Azoren
Roadtrip Amerika
Londen
IJsland
Zuid Amerika
Japan
Wereldreis 2009
Bosnië en Herzegovina
Onze foto's
Oostenrijk
Een glimmend plein bij de Grote Moskee
Een glimmend plein bij de Grote Moskee
 

Zaterdag ochtend worden we om 7 uur uitgerust wakker, blijkbaar is de reisdag alweer uit ons systeem verdwenen. Da's mooi, dan kunnen we weer vol gas op pad. Er word gedouched, goed ontbeten en om 08:30 staat de meneer van Mark tours in de lobby om de auto om te ruilen. Voor de rest van ons verblijf in Oman rijden we rond in een superdikke, splinternieuwe Toyota Land Cruiser. Man wat een apparaat, je kunt er makkelijk met 6 mensen in en dan nog rijdt ie waarschijnlijk 180 de berg op.  We parkeren de Cruiser direct voor een mini supermarktje om er lunch inkopen te doen, met veel water natuurlijk. Even later parkeren we de Cruiser opnieuw, maar nu voor de grootste Moskee van het land met de prachtige naam ' De Grote Moskee'.

Het is lekker warm, dus we wandelen in de schaduw naar het immense complex. Wat ons in deze 2 dagen is opgevallen is dat er erg veel symmetrie te vinden is. Zo ook in de moskee. Via een groot plein met waterpartijen komen we direct in de dames gebedsruimte terecht. Best een grote zaal, met mooie ingewerkte muren en een bijbehorend tapijt. Het hoge plafond is van ingewerkt hout, net als de deuren. In de muren zijn koofjes gemaakt met een aantal korans erin. Om de gebouwen heen is een spierwit, glimmend plein te vinden. Ook dat is erg opvallend, er zijn veel glimmende wandelpaden en pleinen te vinden in Muscat. Links van de grote moskee staan een aantal gebouwen die zijn verbonden met een lang gewelfde gang, die gang is wel 100 meter lang. Na de gang en het plein te hebben bekeken gaan we de eigenlijke moskee binnen, wel eerst schoenen uit natuurlijk. De dames moeten vrijwel alles behalve het gezicht, voeten en handen buiten beeld houden. De heren dienen ook een lange broek en shirt aan te hebben. De Moskee is echt huge van binnen, wat een enorm gebouw is dit. Het is vooral erg hoog, in het midden is een bewerkte koepel met daarin de grootste kristallen kroonluchter te wereld. Je kijkt je ogen uit, wat een bling bling. Op de vloeren ligt een heel mooi bijpassend tapijt, maar daar mogen wij als buitenstaanders niet overheen lopen, er is een kleedje op de grond gelegd voor ons. En loop er vooral niet per ongeluk vanaf. Het is een fotogeniek gebouw, dus we klikken er allebei lekker op los, ook niet zo moeilijk met die symmetrie. De ruimte wordt ondersteund door een aantal enorme pilaren, deze doen meteen dienst als airco. Verder hangen er aan het plafond nog veel meer grote kroonluchters, maar die in het midden hangt is de enige echte joekel. Als we klaar zijn met binnen rondkijken trekken we onze slippertjes weer aan en lopen we nog een tijdje buiten rond. Het is echt wel een mooi complex, in de grote moskee kunnen trouwens 20.000 mannen bidden. Zoveel mensen passen er ook in de Ziggo dome!

Terug bij onze super-de-luxe-hyper-moderne Land Cruiser is het alweer bijna elf uur. Tijd om de stad achter ons te laten en richting zuid-oosten te rijden. De eindbestemming van vandaag is het plaatsje Sur. We rijden de stad uit en zijn per direct in een droge dorre wereld. Het is een bergachtig gebied, het ziet er een beetje uit als een steen woestijn met diepe kloven waar de weg over heen slingert. Na een klein uurtje rijden zien we de kust en de zee voor ons opdoemen. We zorgen ervoor dat we bij de kustweg belanden, door pardoes ergens af te slaan. Het is zo'n beetje lunchtijd, dit doen we langs de kust in een wat vreemd dorpje. Natuurlijk is het hier net zo rustig als gisteren om deze tijd omdat echt iedereen van z'n middag break geniet tussen 12:00 en 16:00. Nou ja, niet iedereen want de geiten doen niet aan klokkijken. Als we goed en wel zitten te knabbelen aan ons boterhammetje komt er een ouwe bok langs, die lust ook wel een happie. Verderop in de straat zijn meer geiten te vinden, eentje begint zelfs belangstelling te tonen voor onze Cruiser.

Via een wat ongewone route proberen we weer de kustweg te vinden. De route is soms wat ongewoon omdat de overheid hier met de snelheid van het licht probeert asfalt aan te leggen. Het kan zijn dat dit nog niet klaar is en ineens stopt, of dat het helemaal niet naar een publieke weg leidt. Enfin, we vinden de kustweg weer en gaan opzoek naar de beloofde sinkhole. Vergeleken met de hoeveelheid asfalt op de route is het met de borden wat karig gesteld. Er staan wel borden, maar soms op een onlogische plek of op een cruciaal moment niet meer. Zo nemen we de afrit naar 'Sinkhole park' om daarna nooit meer eenzelfde bord te zien. We rijden dus zo'n 15 km precies de verkeerde kant op. Onderweg stoppen we een keer om de Cruiser een pad op te sturen richting zee. We belanden bij een baaitje met prachtig blauw water en een mooie afgekloven kustlijn. We zoeken verder naar de sinkhole. Achteraf blijken we bij een sinkhole een ander beeld te hebben waardoor we aan de zeekant zoeken naar hoog opspattend water. Maar dat word een blowhole genoemd, tsja we hebben ook al zoveel meegemaakt tijdens onze reisjes. Eenmaal de 15km terug te hebben gereden zien we een bordje naar het park en snappen we het nog steeds niet. Midden in de woesternij is een park met een groot hek erom heen (tegen de geiten?). Als we eenmaal het park op zijn gewandeld snappen we het. Er is een groot gat in de bodem geslagen waardoor er een onderaards meertje zichtbaar word. Men blijkt niet te weten hoe diep het meertje is en natuurlijk gaan er dan ook verhalen over een monster, Geen monster gevonden door ons! Het gat ziet er bizar uit, met mooi blauw water en een duidelijke aftekening van waar ooit de aarde nog heel was. Aan de mensen beneden in het gat zien we hoe diep het is, we gaan er zelf niet in.

Weer rijden we de 15 km kustroute, het is een waanzinnig mooie kustweg. Aan de rechterkant zien we de zon al een beetje achter de hoge bergen gaan, aan de andere kant is de blauwe zee, waanzinnig. De weg eindigt weer eens in een stoffige zandweg, dus die nemen we maar. Er is ons beloofd dat deze auto geen enkel probleem heeft met welk type weg dan ook. Knallen met die bak, of ie nou nieuw is of niet. Op onze kaart staat dat hier ergens White Beach moet zijn, we gaan op zoek. De weg word steeds spannender en net op het moment dat Syl zich afvraagt of we wel verder kunnen komt er een tegenligger. Hij kan er makkelijk langs, maar dit is wel een teken dat wij ook verder kunnen. Na 2 bochten zien we een mooi wit strand, met 1 auto erop. Het word voor het komende half uurtje ons 'bijna privé' strand. We kleden ons om tussen de deuren van de auto en stappen de lekker warme zee in. Na het zwemmen vervolgen we een pad om even later weer op de snelweg uit te komen, we willen nog naar Wadi Shab, een aanrader volgens allerlei boekjes, en volgens Syl dr broer Mike die hier een jaar of 10 geleden al eens was. Als we het na wat zoeken hebben gevonden besluiten we dat het toch te laat is, we gaan morgen wel. We gaan lekker naar ons hotel in Sur met zeezicht, eten er wat en gaan weer vroeg naar bed. Zondag dus Wadi Shab en schildpadden kijken. Of zoals onze chauffeur vanaf het vliegveld zei: Truttles

Zondag is het weer vroeg dag, het beloofd een lange dag te worden. We ontbijten goed in het hotel, na het ontbijt bestellen we een picknick set. Het blijken 2 grote dozen te zijn, met oa verse garnalen salade. De garnalen laten we in het hotel omdat deze waarschijnlijk snel bederven in de hete auto. We stoppen wat sandwiches, fruit, frisdrank en water in onze rugzakken en rijden naar Wadi Shab. Bij aankomst blijken we zo'n beetje de eerste te zijn. We worden aangesproken door een aardige Omaanse man die verteld dat hij een lokale gids is. Zonder zichzelf aan te bieden loopt hij met ons mee, of wij met hem. Hij leidt ons eerst door het zoute water naar de overkant van een inham. Voor ons uit rijdt een Land Cruiser met een noodgang door het water naar de overkant, dat ziet er niet zo relaxed uit als wandelen. Wij wandelen verder door de Wadi over grote kiezels, strandjes en onder palmbomen door. Het ziet er allemaal zo rustig uit. Dat zou je niet zeggen als je aan het einde van de Wadi kijkt, want daar is in juni een complete weg weggeslagen door het wassende water. Als we na een tijdje bij het eerste meertje met een trap komen blijken andere toeristen daar al opgeklommen te zijn. Onze gids waarschuwt hen dat de ze verkeerd lopen, we moeten aan de rechterkant van de Wadi blijven. We stiefelen braaf achter onze gids aan, die er overigens een behoorlijke snelheid in heeft. Op sommige plekken lopen we meters boven de Wadi langs de bergrand, met af en toe stijle afgronden. Op andere plekken kruisen we de Wadi via enorme kiezelstenen van meters doorsnede, of gebruiken we het betonnen irrigatie kanaal dat daar is aangelegd voor de watervoorziening. Na een aantal azuur blauwe meertjes op idyllische plekken te hebben bekeken komen we bij een laatste meer. We kunnen nu alleen zwemmend en wadend verder.

We hebben geen zwemkleding bij ons, dus springen we met onze wandelkleren in het heerlijke water. Meteen al is het erg diep, dus moet er gezwommen worden. De gids is bij onze spullen gebleven, want een camera of rugzak kunnen natuurlijk niet mee. We zijn inmiddels de enige toeristen en hebben dit stuk van de Wadi voor ons beide. Dus al zwemmend en lopend en klauterend komen we aan het eind van de wadi. De gids vertelde ons dat het eind niet echt het eind is, er is nog een waterval in een soort van grot te bereiken, daarvoor moeten we door een smal kloofje zwemmen. Op het smalste stuk past je hoofd er net doorheen zonder helemaal onder water te gaan. Pat moet zijn angst voor water en engtes overwinnen, in eerste instantie ziet hij het niet zitten om door dit kloofje te gaan. De andere optie is om een meter ofzo onder water te zwemmen. Het water is erg helder maar ook dat ziet Pat eigenlijk niet zitten. Syl doet net of ze gek is en zwemt door het hele smalle kloofje naar de waterval. Uiteindelijk zwemt Pat dan toch ook maar door het kloofje. Zijn angst is overwonnen!! En het is de moeite waard! De grot blijkt te zijn ontstaan door een enorm brok steen dat in de kloof naar beneden is gevallen, hij bedekt net niet helemaal de hemel, het is dan ook half licht in de grot. De waterval komt met een behoorlijk gangetje naar beneden, helemaal leuk allemaal vooral omdat we ons alleen op de wereld wanen. In de grot kun je nergens staan, en de wanden zijn erg stijl, dus er is nog een overwinning tegen de watervrees. Als we uitgekeken zijn zwemmen en waden we weer terug door dit kleine paradijsje van turqoise blauw water en wit gesteente naar de gids. Onze spulletje liggen er nog en als we afscheid van hem hebben genomen lopen we op ons dooie akkertje terug door de wadi richting onze auto. Onderweg rusten we nog een kort moment om wat sandwiches te eten. Wat een heerlijke ochtend! 3 uur gespendeerd aan zwemmen, wandelen en klauteren! Bij de auto wisselt Syl haar natte broek voor een droge en gaan we op weg naar Wadi Tiwi. Deze wadi ligt naast wadi Shab en is zo'n 15 kilometer met de auto te berijden. Dat doen we dus! Ook hier prachtige turqoise meertjes, een riviertje dat door de hele wadi loopt een heel veel wuivend riet, dat hebben we bij de buurman niet gezien. Na een aantal kilometer eindigt de brede verharde weg en gaat deze over in een smalle weg, gedeeltelijk verhard, gedeeltelijk gewone stenen. De weg is op sommige stukken zo smal dat we twijfelen of het wel past. Maar aan de andere kant er zijn hier ook nog 2 dorpjes en die mensen gaan hun kinderen echt niet lopend naar school brengen. De weg is verder erg bochtig en nogal stijl, de Cruiser vindt alles prima. Voor de vorm zet Pat de 4WD aan, maar nodig is het niet. Langs kleine huisjes, bruggetjes, palmbomen, boerderijtjes en geiten komen we aan het einde van de weg. Hier begint een wandeling van 14 uur, dat gaat vandaag niet meer lukken.

De auto wordt gekeerd en we rijden hetzelfde stuk terug. Op de terugweg stoppen we een paar keer voor een foto moment. Vanaf boven kijken we op de witte dorpjes, de rivier en de kolossale rotsen eromheen. Klaarblijkelijk zijn de scholen uitgegaan, want er komen zo'n 10 grote auto's de weg op naar boven scheuren. Aan boord van elke auto zitten minstens 10 kinderen. Gelukkig hebben we geparkeerd op een 'breed'  stuk weg zodat iedereen makkelijk kan passeren. Nadat de we Wadi weer zijn uitgereden gaan we het dorpje Tiwi in. Een klein gehucht gebouwd op een soort plateau, vlakbij zee. Tussen het gehucht en de zee ligt een racebaan, tenminste daar lijkt het op. Een mooi stuk nieuw asfalt. Er staan ook wat overkappingen langs de weg, een kiezen we uit om onze lunch verder op te eten. Het is niet echt een nette plek, maar goed wij kennen hier de weg ook niet. Dat blijkt wel als we weer terug willen rijden naar de snelweg. We zien de weg wel, maar kunnen op 1 of andere manier de oprit niet vinden. Na 10 minuten verkeerd rijden vragen we het dan maar. We naderen het einde van de middag en gaan opzoek naar het Ras Al Had Beach hotel, dichtbij de plek waar de meeste groene zeeschildpadden ter wereld hun eitjes leggen. Maar daarover later mee, het is nu bedtijd.

Truste,

P en S