FOTO'S |
Zo, zijn we weer, nu heel wat mijltjes westelijker. We zijn in de staat Washington beland en onze kempert staat aan de Grote Oceaan ten westen van Seattle. Afgelopen week hebben we dus veel gereden, vanuit Craters of the Moon reden we eerst naar Hell’s Canyon op de grens van Idaho en Oregon. Het eerste stuk gaat weer door de groentetuin van de VS, richting de Canyon gaan we steeds meer bergen over. Deze Canyon is de diepste van Noord Amerika, zo’n 2300 meter. Het diepste gedeelte hebben we niet gezien. De afstanden zijn hier zo enorm dat we daar simpelweg niet aan toe zijn gekomen. Om van het zuidelijke stuk waar we waren naar het noordelijke stuk te komen moesten we 250 km omrijden, dat hebben we niet gedaan.
Maar goed, het zuidelijke deel dus wel, deze begint als een ‘gewone’ rivier tussen wat heuvels. Tientallen kilometers verder de Canyon in begint het echt op een scheur in de aarde te lijken. Aan het einde van de lange mooie weg langs de rivier de sleuf in is het een echte Canyon met steile rotswanden en een wilde rivier. We kunnen dan ook niet verder met de camper, wel hebben we een prachtig uitzicht over dit stuk van de Canyon. Zo diep in de Canyon zijn geen campings voor onze Camper, we moeten het hele eind dus weer terug. We kunnen aan de overkant van de rivier een plaatsje vinden in ‘alweer de mooiste camping’ van deze reis. De camping ligt aan de overkant van de rivier, nét in Oregon. Het valt ons op dat de tijden expliciet in Mountain Time worden aangeduid. Na wat zoekwerk komen we erachter dat we ook nog precies op de tijdsgrens staan, morgen dus de klokjes aanpassen. Het is prima weer op de camping, we kunnen dus lekker lang buiten zitten en een vuurtje stoken, wat wil een mens nog meer.
Zoals dagelijks gaan we om 7 uur onze bedjes weer uit om te douchen, ontbijten en de kamper op te toppen. Omdat we vaak geen ‘Full Hookup’ hebben moet we ervoor zorgen dat we de watertank vol hebben en de vuilwater tanks leegmaken. Op de manier kunnen we met gemak 2-3 dagen zonder bij te vullen of te lozen kamperen. elektriciteit hebben we ook altijd, het meeste werkt op de interieur accu die tijdens het rijden word opgeladen, maar ook als we stil staan door de zonnecellen op dak. 110 volt kunnen we ook nog zelf produceren met de ingebouwde generator. De generator mag overigens vaak maar tot ‘s avond 8 uur aan vanwege de herrie.
Na de douche, ontbijt, optop en loos actie gaan we netjes om half negen op pad. Het doel van deze woensdag is om naar Mount Rainier te rijden. Om een beetje op te schieten kiezen we ervoor om de freeway (snelweg) te nemen. Op sommige stukken kunnen we hier 70 mile (+/- 120km) rijden, dus dat gaat prima. We steken dwars door Oregon om via het zuiden Washington in te rijden. Als we een stuk Washington in zijn gereden zien we ineens Mount Rainier liggen, een super gaaf gezicht, jammer dat Jan ligt te slapen, die heeft dit uitzicht gemist. Mt. Rainier is een rustige vulkaan met de typische cone vorm, inclusief eeuwige sneeuw. De mooie 4392 meter hoge witte berg duikt dus letterlijk uit het landschap omhoog. Via een mooie route over een kronkelige weg kruipen we de berg voetheuvels van deze vulkaan op. We zitten zowat óp de vulkaan voordat we er weer een glimp van op kunnen vangen. Onderweg stoppen we bij een mooi uitzichtpunt en zien een nogal dik uitgevallen bergmarmot; de hoary marmot. Het ding is bijna een meter in lengte en omdat ‘ie zich de hele zomer heeft kunnen volvreten om de volgende winter te kunnen overleven is ‘ie ook in omvang enorm. Aan de andere kant van de pas waarvan we net het hoogste punt hebben gepasseerd ligt Mount Rainier in volle glorie op ons te wachten. Een bergmeertje precies ervoor maakt het perfecte plaatje af. Uiteraard stoppen we voor een fotootje. Daarna rijden we de pas weer af en als we bij de camping aankomen is van de blauwe lucht niks meer over, het is begonnen met regenen…. Ook hier weer een erg mooie camping langs een rivier en onder mega grote bomen, o.a. red cedars. Omdat we toch wel weer een behoorlijke afstand hebben afgelegd (600 km) maken we het niet laat en dus staan we op donderdag weer vroeg op.
We beginnen met een wandelingetje door dit vochtige bos waar we zo’n beetje door de mist lopen naar de Grove of the patriarchs. Hier zijn een paar uitzonderlijke exemplaren van de red cedars te zien. De red cedar bomen zijn familie van de redwood bomen in Californië. Ze zijn iets kleiner in lengte en minder dik maar desalniettemin is het een imposant gezicht. We zien onderweg dat er ook hier een aantal bomen al rood/bruin/rose aan het kleuren is, de herfst komt er echt aan. Terug bij de camper begint het zachtjes te regenen en rijden we de berg op, op zoek naar Mount Rainier met zijn 25 gletsjers. Enorme dikke vette pech voor ons. Het weer is zo slecht dat de gehele berg van top tot bodem in de wolken licht. Er is echt helemaal niets van te zien. We zijn in het plaatsje Paradise, dé uitvalsbasis voor wandelaars en klimmers. Het is er best druk, maar dat komt vast ook door de Paradise Inn, een super gaaf berg hotel, goed passend in de stijl van deze berg. In het 2 jaar oude visitor center bekijken we nog wel de expositie over geschiedenis, flora en fauna van deze vulkaan. We zien klimmers richting te berg lopen met grote rugzakken vol gear, maar de berg is ondanks de uitzichtpunten in het center nog niet te zien. Jammerrrrrrr. Gelukkig is de berg zo hoog dat we er vast nog wel een blik op kunnen werpen als we eenmaal in Seattle zijn.
Op de weg naar beneden lunchen we even bij een uitzichtpunt en het liefelijk watervalletje. We rijden verder de berg af om Seattle op te zoeken. Da’s natuurlijk niet zo moeilijk want het is de grootste stad van de staat en staat goed aangegeven. We willen graag de stad gaan bekijken dus rijden we naar een dure Koa camping met alle faciliteiten. De camping ligt ten noorden van het centrum en is redelijk goed te vinden. Na het inchecken gaan we boodschappies doen bij onze favoriete supermarkt, we krijgen weer een leuke korting met de klantenkaart die we de eerste dag meteen hebben opgehaald!
Vrijdag is het tijd om de stad te verkennen. We nemen ‘s ochtends de bus naar het centrum, de rit duurt toch nog zo’n 45 minuten. Maar ja we wilden perse op een Koa gaan staan omdat er ook nog kleding gewassen moest worden. Dus dan maar wat langer met de bus, prima te doen overigens. Als we bijna in het centrum zijn duikt de bus een tunnel in, Pat heeft al snel in de gaten dat het een buis is. En ja hoor een paar minuten verder stoppen we bij een metro station onder de grond. De bus rijdt dus door de Metro tunnel, blijkbaar rijden er geen treintjes meer, zeer effectieve methode!
Als we het station uitkomen merken we direct dat het een Amerikaanse stad is. De metro tunnels zijn verbonden met diverse winkelcentra met grote winkels zoals Nordstrom en Sears. Als we buiten op straat staan is het nog duidelijker, alle wegen zijn recht en het centrum bestaat uit blokken, de staten zijn genummerd, nummer 1 licht beneden aan de kade. Makkie dus om de kade te vinden. De Kade met Pike’s place is dagelijks een overdekte markt met veel toeristen en de bijbehorende prullaria. Maar ook de markt voor de locals met groente, fruit en natuurlijk veel vis. Hier zit ook de oudste (eerste) Starbucks, dit is hier namelijk opgericht. Na wat rond gestruind te hebben krijgen we honger en besluiten een seafood restaurant in te gaan. Het is erg druk, we kunnen pas over 30 minuten terecht. Geen probleem, want de markt is de moeite waard en lopen er nog wat rond. Eenmaal terug bestellen we een lokaal biertje, een wijntje en lokale seafood gerechten. We bestellen ook een kopje Clamb Chowder, een soep van zeevruchten. Dit hebben we in San Francisco eens gegeten en was daar heerlijk, hier viel het wat tegen.
Na de lunch lopen we nog wat rond tussen de pieren langs het water van de Puget Sound. Na de pieren gaan we naar de wijk Pioneer, een oude wijk met gebouwen van ouder dan 125 jaar, het heeft echt stijl. Vroeger tijdens de goldrush in Canada was dit de verzamel plaats voor de gold diggers. Er is dan ook een Klondike museum waar we een kijkje nemen en leren hoe het er aan toe ging tijdens de Gold rush van de Klondike. Interresant. Jose herinnert zich dat er een mooie bibliotheek van de Nederlandse architect Remco Koolhaas in de stad moet zijn. We kijken op de kaart en de bieb blijkt een paar blokken verder te staan, we lopen er dus heen. Het is inderdaad een opvallend gebouw, gemaakt van glas en staal met overhangende delen, erg indrukwekkend. De binnenkant is nog veel indrukwekkender met een enorme hoge en lichte hal. Er komen zoveel bezoekers op de architectuur af dat ze al een plattegrond met weetjes hebben klaarliggen voor ons. Vanaf de 10-de verdieping is het uitzicht erg mooi, niet zo zeer het uitzicht naar buiten, maar vooral dat aan de binnenkant. We kijken uit op de eerder genoemde hal. De constructie is ook goed te zien met al z’n staal en glas. Lastig uit te leggen, dus er volgen nog wat foto’s.
Het is tijd voor een drankje, dus opzoek naar een cafeetje. We zitten op dat moment in de wijk met wolkenkrabbers, waarschijnlijk het zakelijke centrum en kunnen nergens een kroegje vinden, raaaar. Dus lopen we maar weer naar de kade waar voldoende tentjes zijn te vinden. We komen in een klein barretje terecht waar we aan een deur plaatsnemen, nouja een tafel gemaakt van een deur dan. Er zijn 3 soorten bier en 2 soorten wijn te krijgen, verder geen keuze. We drinken wat biertjes en wijntjes en de tijd tikt lekker door, we krijgen alweer trek. 2 deuren verderop zit een soort Ierse Pub waar we lekker eten.
Na het eten gaan Jan en Jose terug naar de camper, wij gaan nog even verder met biertjes drinken. Laat er nou een Hardrock Cafe zitten, daar moeten we natuurlijk heen. Op een of andere onduidelijke manier komen we via een achteringang meteen op de 3de etage van het HR Cafe uit midden tussen de rood uitgedoste hossende figuren met een live band. Het blijkt een prive feest te zijn, maar toevallig heeft Pat ook een rood shirt aan in dezelfde tint als de hossende massa, we sneaken dus zonder problemen binnen en bestellen een biertje. Het blijken de aanhangers te zijn van het Nebraska Universiteits Football team. Ze hebben een feestje omdat zaterdag de kickoff is van het football seizoen. Ze zijn met ‘zo’n 25.000 rood geklede aanhangers van Nebraska naar Seattle gereisd voor de wedstrijd. We dansen de ‘Put your right foot in, put your right foot out do the hokiepokie and wiggle all about’ mee en lachen ons rot om de boertjes uit Nebraska die allemaal al behoorlijk aangeschoten zijn. We gaan na een tijdje naar beneden om aan de bar nog wat biertjes te drinken en Pat z’n t-shirt te kopen. Na het Hardrock Cafe gaan we nog ergens anders een biertje drinken en komen daarna in een club terecht waar we $10,= entree moeten betalen. Eenmaal binnen blijken ze geen bier te verkopen, dat mag niet na 2 uur ‘s nachts, weten wij veel. We claimen ons geld terug en springen in een taxi naar huis. Tis wel laat genoeg….
Dit was het weer even voor nu. See ya all in a bit and do the Hokiepokie with us.
FOTO'S |
Reacties mogelijk gemaakt door CComment