Texas
Azoren
Roadtrip Amerika
Londen
IJsland
Zuid Amerika
Japan
Wereldreis 2009
Bosnië en Herzegovina
Onze foto's
Oostenrijk
De tempels van Angkor Wat
De tempels van Angkor Wat
FOTO'S    FILMPJES
 

Als je in Cambodja bent kun je natuurlijk de tempels van Angkor, Angkor Wat dus, niet overslaan. Die móet je gewoon bezoeken. En dat doen we dus ook! We hebben vrijdagavond met een tuk-tuk chauffeurtje afgesproken dat íe ons zaterdagochtend om half 8 op zou halen. We zoeken een aantal tempels in het hele Angkor Wat complex uit die we willen bezoeken en hopen dat dat allemaal lukt in 1 dag. We hebben besloten om de tempels maar 1 dag te bezoeken domweg omdat we het te warm vinden om er veel langer rond te lopen en omdat we voor zondag een ticket hebben geboekt naar Phuket (voor uitleg daarover zie volgende verhaal).



Dus zaterdagochtend stappen we na een goed ontbijt in de tuk-tuk bij Sivon.  Er zijn verschillende manieren om de tempels te bezoeken; je kunt georganiseerd met een groep gaan, een fiets huren en door de tempelgronden fietsen (heel erg leuk denk ik) of een tuk-tuk voor de hele dag huren daarmee de verschillende tempels bezoeken. Vanuit Siem Reap moet je ongeveer een 20 minuten rijden om bij de tempels van Angkor te komen. De eerste stop; een entree bewijs kopen. We betalen ieder 20 us, lachen in de camera en krijgen een ticket met foto erop. Deze moeten we vooral niet verliezen, bij iedere tempel wordt opnieuw hiernaar gevraagd en bij gebrek aan een ticket krijg je een dikke boete (of je koopt het af voor een fractie van het bedrag, dat kan hoogstwaarschijnlijk ook). Maar goed, handiger dus om ‘em gewoon te bewaren. Na nog een ritje van een kwartier door de jungle komen we aan bij een tempel met een groot meer ervoor waarin de omliggende jungle mooi wordt weerspiegeld. We kopen na flink te hebben afgedongen (nu is het nog grappig) een mooie kaart van het hele tempelcomplex zodat we ongeveer weten wat we hebben bezocht. De tempel die we nu gaan bezoeken hebben we niet zelf  uitgezocht maar is volgens Sivon wel de moeite van het bekijken waard. We lopen onder de poort door die voorzien is van 4 Boeddha hoofden, 1 voor elke windrichting. Die zullen we vandaag nog vaker gaan zien. Het tempelcomplex van Angkor is helemaal in de 12e eeuw na christus gebouwd door verschillende Khmer koningen. Soms zijn het tempels ter ere van Vishnu en andere gebouwen zijn bedoelt als paleis. Het hele complex omvat zo’n 30 km2 dus je kunt je voorstellen dat het allemaal behoorlijk ver uit elkaar ligt.

Afijn, we lopen onder de poort door en na een laan van zo’n 100 meter te hebben doorgelopen komen we bij de tempel zelf. We zijn onder de indruk van de robuuste bouwstijl die is gebruikt hier. Grote rotsblokken, diverse torens en uit steen gehouwen slangen. We lopen de tempel door en aan de andere kant vangen we de geluiden van muzikanten op. Lopend door een lange laan komen we langs de muzikanten. Dit blijken slachtoffers te zijn van mijnen die tijdens het rode Khmer regime op heel veel plaatsen zijn geplaatst. In plaats van te bedelen maken ze dus muziek om in leven te blijven. Uiteraard geven we hier wat aan, om er later achter te komen dat er legio van deze muziek groepjes zitten verspreid over het hele complex, helaas kunnen we niet iedereen iets geven maar deze mannen hebben in ieder geval wel wat van ons gekregen. Licht zweterig van de vroege ochtend hitte stappen we weer in de tuk-tuk en rijden naar de volgende tempel, Angkor Thom. Angkor Thom is na de Angkor Watt de bekendste tempel, in ieder geval qua uiterlijk. Dit is namelijk de tempel die gedeeltelijk is terug geclaimd door de jungle.

Alvorens we de tempel binnen kunnen lopen moeten we een horde kinderen, mannen en vrouwen overwinnen. We worden omringd door zo’n 12 mensen die ons allemaal tegelijkertijd  iets willen verkopen. Mister you buy water, mister you buy necklace, sarong, elephant, eat in my restaurant enz enz. We zijn er op voorbereid dus we roepen 100x nee bedankt  (of eigenlijk Pat roept dat want ze spreken vooral P aan) en uiteindelijk geven ze het op als we onder de poort doorlopen. Ook hier lopen we eerst, zoveel mogelijk in de schaduw, over een laan om bij het paleis te komen. En ook al hadden we beelden op televisie en foto’s gezien; in het echt is het toch echt veel indrukwekkender. De rotsen waaruit deze robuuste gebouwen bestaan worden binnengedrongen door kleine miniscule boomworteltjes. deze groeien in de loop der jaren uit tot dikke boomwortels die de rotsen doen splijten en het paleis langzaam uit elkaar doen vallen. Je ziet dus dikke grote muren met daarop gegroeid grote bomen met wortels die er aan alle kanten omheen groeien. Het wordt alweer oncomfortabel warm, het is ondertussen 9 uur ‘s ochtends, en we gaan even zitten op de eeuwenoude stenen om wat te drinken. Al zittend kijken we naar de tot in detail bewerkte muren, diverse toeristen, bewonderen de jungle die terugneemt wat van haar is en proberen te stoppen met zweten (iets wat de rest van de dag  niet meer zal gebeuren).  De details die we in de muren zien bestaan uit uitgehakte dieren, kleine godinnen, bloemmotieven en mindere goden. Het lijkt erop dat ze bijna ieder stukje muur hebben bewerkt en dat terwijl het echt keiharde rots is! We maken veel te veel foto’s en als we na een uur alles wel gezien hebben in dit jungle paleis gaan we met een gevoel van spijt door naar de volgende tempel.

Het ritje in de tuk-tuk brengt door de rijwind enige verkoeling en nadat we een nieuwe fles water hebben gekocht gaan we “verfrist” weer op pad. Deze keer zien we een tempel die welliswaar klein is maar wel hoog en we zouden naar boven kunnen klauteren om van het uitzicht te genieten. De treden zien er wel heel erg smal en hoog uit maar volgens een mannetje is het aan de zijkant van de tempel beter om naar boven te klimmen en we lopen die kant op. Helaas heeft het mannetje bedacht dat ie ons kan gidsen in de tempel en hij begint al vertellend met ons mee te lopen. Een resoluut no thank you is niet voldoende en we moeten hem helaas nogal bot duidelijk maken dat  we niet van zijn diensten gebruik zullen maken. Zo, obstakel 1 overwonnen, nu de warmte nog. We zweten ondertussen vrijelijk en onze t-shirts beginnen op meerdere plaatsen donkere vlekken te vertonen, later zullen onze t-shirts domweg in zijn geheel een stuk donkerder zijn dan aan het begin van deze dag. We besluiten deze tempel niet te beklimmen en onze krachten te sparen voor de rest van de dag.

Als we weer richting onze tuk-tuk lopen worden we door een stuk of 8 dames aangesproken over t-shirts, armbanden en water. We willen eigenlijk nog wel een t-shirt kopen dus stappen we een kraampje binnen om te kijken wat er zoals aangeboden wordt en tegen welke prijs. P koopt voor 2,5 US dollar een t-shirt van Angkor beer en ik koop een witte blouse van hele dunne stof, voor maar liefst $ 3,5. Je moet er wel een beetje je best voor doen maar aangezien we vandaag t-shirts aangeboden hebben gekregen voor 1 dollar hebben we niet het gevoel dat we te weinig hebben betaald.

Goed op naar de volgende tempel! Deze keer gaan we naar de Terrace of Elephants en de daarachter gelegen Terrace of the Leper King. Om bij deze ruim opgezette tempels te komen moeten we weer een stukje rijden en onderweg zien we diverse overblijfselen van tempels die de tand des tijds niet hebben overleefd, het ziet er een beetje triest maar ook heel mooi uit zo midden in de jungle. Als we uit de jungle komen rijden en langs grasvelden rijden zien we de Terrace of Elehants al liggen. Het is een verhoging van een meter of 100 breed en er zijn aan het begin olifanten uit de muur uitgehouwen. Op de grasvelden staan nog een stuk of 7 grote bomen, bomen die extreem breed zijn aan de onderkant van de takken. Onder deze bomen staat een verzameling van auto’s, toeristen busjes, tuk-tuks en ijs verkopers. Buiten de schaduw van de bomen loopt niemand… ze hebben het dus goed bekeken in de schaduw! We stappen uit en lopen naar over de Terrace of the Elephants en Terrace of the Leper King naar de daarachter gelegen Baphuon tempel. Eénmaal van de terrassen af lopen we in de schaduw van een bos en als we even gaan zitten drinken we onze 3e fles water van die dag leeg. We genieten van de omgeving en proberen ons niet te ergeren aan alle verkopers die maar om ons heen blijven hangen ondanks dat we ondertussen gewoon echt niet aardig meer zijn. Het zou je dag kunnen verpesten maar we zijn zo onder de indruk van het hele complex dat hitte en het constante gevraag naar de achtergrond verdwijnen. Het is ondertussen alweer half 1 en we hebben trek gekregen dus gaan we bij één van de vele kleine restaurantjes zitten en bestellen een bordt fried rice met groente en ei.

Dat kunnen ze dus erg goed die Cambodjanen; koken. Zoals in alle Aziatische landen kunnen van een paar simpele ingrediënten een smaakvolle maaltijd op tafel zetten. Daarnaast heeft de Cambodjaanse keuken ook een paar specifieke gerechten. Zo hebben we kennis gemaakt met Amok, een gerecht met vis of vlees, veel groente en een heerlijke zachte saus op basis van verse kokosmelk. Amok wordt in verschillende uitvoeringen gemaakt en P heeft het gegeten uit de oven waarbij de saus heel erg was gedikt en een stuk scherper was geworden; ook erg lekker!   

Onze lunch gaat gepaard met cola en water en enigszins verfrist gaan we naar Wat Bayon. Dit was de staatstempel en heeft 54 conische torens met daarin 216 x hetzelfde gezicht. dit keer stelt het gezicht niet Boeddha voor maar het gezicht van een andere god waarvan ik de naam niet meer weet. Het is prachtig, een groot deel van de gezichten is verweerd of er zijn stukken uitgevallen maar veel  gezichten zijn nog min of meer intact. Ook hier kunnen we naar boven lopen en de tempel is zo mooi dat we dat ook doen. Het zijn smalle treetjes die bijna recht omhoog gaan maar het geklauter is de moeite waard als blijkt dat we op gelijke hoogte staan met een aantal van de gezichten. Omdat dit een tempel is ipv een paleis mogen hier geen verkopers komen en kunnen we in alle rust genieten. Ook in deze tempel is er praktisch geen stuk onbewerkt en overal waar je kijkt zie je godinnen, goden, dieren en bloemen in de stenen uitgehakt, wauw. We lopen hier een behoorlijke tijd rond maar uiteindelijk moeten we het hoogtepunt van vandaag nog gaan zien dus we gaan weer op weg.

Een kort ritje brengt ons bij de grootste tempel. de tempel waar het hele complex naar vernoemt is; Angkor Wat. Angkor Wat is omgeven door een grote gracht en om er te komen moeten we 200 meter in de volle zon over een stenen brug lopen. Voordat we zijn begonnen aan deze barre tocht hebben we de 5e fles water van de dag gekocht en ons weten los te weken van alle verkopers. Eénmaal weg uit de drukte zien we pas goed hoe groot deze tempel voor Vishnu eigenlijk is. We lopen al zwetend naar de toegangspoort en zijn blij met het verkoelende windje dat even waait als we de schaduw van de toegangspoort inlopen. Aan de andere kant van de poort zien we de 5 torens van de tempel in volle glorie naar de hemel rijken, aan weerszijden van nogmaals een lange stenen brug liggen vijvers waarin de torens zich weerspiegelen. Hoe hebben de Khmer uit lang vervlogen tijden dit kunnen bouwen; het is geen wonder dat alle Khmer er uitermate trots op zijn dit hun erfgoed te mogen noemen. We lopen over de brug en begeven  ons in de tempel. Het is een doolhof van trappen, gangen, kleine boeddha beeldjes waar je wierook kunt offeren en binnenplaatsen. We lopen omhoog en komen bij de binnenplaats van waaruit de belangrijkste toren  omhoog komt. In deze toren zou een schacht van 27 meter diep zitten waar vroeger schatten in zijn opgeslagen. Doordat er al zoveel toeristen ons zijn voorgegaan mogen we de trappen naar het hoogste punt van de tempel niet meer beklimmen, het is ondertussen te gevaarlijk geworden. Jammer maar het is niet anders. We dwalen nog wat rond en aanvaarden dan de terugweg over de bruggen, terug de drukte in. Ondertussen hebben we het zo warm dat we een duur uitziend restaurant induiken, alleen om in de airco te kunnen zitten. Zodra we binnen zijn voelen we de energie in ons terugkomen. Heerlijk! Als we wat te drinken hebben besteld krijgen we beide een ijskoud handdoekje om onze gezichten, nekken en handen mee te verfrissen, briljant! We kennen deze doekje uit het vliegtuig als ze heet worden gegeven aan de passagiers en dat is altijd lekker  maar de koude variant is echt een briljant en zeer attent gebaar voor al die oververhitte toeristen die hier komen. We genieten van de koelte en onze drankjes en begeven ons daarna weer naar buiten.

We zoeken Sivon op en hij neemt ons mee naar de laatste tempel van vandaag; Phnom Bakheng. Deze is gebouwd op een heuvel van een meter  of 65 hoog en om in de tempel te komen moet je eenmaal boven nog een luttel aantal traptreden beklimmen. Ook deze traptreden bestaan uit wel heel kleine erg steile treden maar je moet er wat voor over hebben dus we beklimmen de tempel en worden verrast met uitzicht over de hele omgeving; inclusief Angkor Wat. Mooi hoor! Omdat het bijna sunset is zijn er extreem veel mensen hierboven; we besluiten niet te wachten op de zonsondergang en beginnen de beklimming naar beneden. Dat is misschien nog wel  lastiger dan naar boven klimmen… maar het gaat allemaal goed en eenmaal beneden stappen we voor de laatste keer in de tuk-tuk.

Pfff, wat een prachtige dag! Wat hebben we weer een mooie dingen gezien en wat hebben we afgezien in de hitte, ondanks de 8 flessen water. We genieten na van alles wat we gezien hebben na een verfrissende douche tijdens een welverdiend diner en een lekker koud biertje.

Eigenlijk is het jammer dat we dit mooie land en de grotendeels vriendelijke mensen nu alweer gaan verlaten…..

Susdei!

Syl en Pat

FOTO'S    FILMPJES
 

Reacties mogelijk gemaakt door CComment